
COVID-19 portret van Mara (18 jaar) - 14 mei 2022
Mara
Mara (18 jaar) houdt van dansen, zingen, praten, discussiëren, filosoferen en reizen. Ze volgt de opleiding Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen. Ze moet nog één jaar voor ze de opleiding heeft afgerond. Toen de coronapandemie begon zat ze midden in de opleiding. Corona triggerde een soort automatische piloot voor Mara, het bracht daarnaast best wat uitdagingen met zich mee; zo werd Mara 18 in de coronatijd, kon ze weinig doen ook in het belang van de gezondheid van naasten en was het een sombere en soms eenzame tijd. Ondanks dat ze het positief inziet is het mentaal ná de pandemie ook een zware tijd.
Dan denk je leuk, eindelijk 18!
Aan het begin van de pandemie was ik 16 jaar, ik had een relatie en was niet veel alleen. Toen ging m’n relatie uit en zag ik ook niet zo veel vrienden meer. Als klap op de vuurpijl werd ik 18. Dan denk je leuk, eindelijk 18! Maar toen kwam het pas echt binnen hoeveel dingen ik niet kon doen en hoe graag ik dat wilde doen. Het voelde alsof er een groot gat was, waarin ik heel veel mensen had kunnen leren kennen. Het voelt alsof je achterloopt. Je wilt ook weer gewoon meedoen, maar je wilt ook voorzichtig zijn want er is nog steeds corona. Mijn moeder valt in de risicogroep, daar wilde ik wel voorzichtig voor zijn. Dus ik deed ook bijna helemaal niks.
Automatische piloot
Tijdens de lockdowns stond ik een beetje op automatische piloot denk ik. Dingen voor school doen vond ik het lastigst. De kleinste opdrachten kon ik niet meer maken, ik was te moe en ik had geen motivatie meer. Je wilde eigenlijk naar school. Zoveel online lessen uit mijn bed gevolgd en dan in slaapvallen tijdens de les en dat je als je wakker wordt je nog als enige bent die er nog is. Daar krijg je geen trots gevoel over jezelf van. Terwijl er ook niemand is die zegt van: “Kom op, er is wel een pandemie maar maak jezelf wel klaar!”. Alle kleine dingen werden zo intens moeilijk en zwaar.
Online onderwijs
Het online onderwijs is voor mij echt geen succes. Ik wil gewoon op school zijn, met m’n schrift voor me aantekeningen maken, een beetje sparren met mensen, mijn hand opsteken als ik een vraag heb in plaats van mijn digitale hand opsteken. Ik heb echt iemand nodig die me aankijkt en die er is. Dan komt het echt binnen. Ik heb een beetje een ADHD hoofd, dus dat gaat niet zo goed op de laptop.
Thuis en familie
Ik woon alleen met mijn moeder en mijn kat. Je bent gewoon te veel thuis, je leeft om elkaar heen, af en toe wat irritatie. Mijn moeder zat in een burn-out. Ze werkt in de zorg en moest tien keer zo hard werken en met mondkapjes lopen. Dan heb je ook nog een kind thuis die het hoofd boven water probeert te houden. Je houdt zo weinig tijd voor elkaar over. Je raakt een beetje verblind en op de automatische piloot. We waren allebei heel hard aan het werk en daardoor kwamen er soms irritaties. Af en toe word je ook gek van elkaar. Zelfs de kat werd af en toe agressief omdat hij bijna geen personal space had. Nu alles weer kan gaat het beter. We zorgen wel voor elkaar maar we doen meer beide ons ding. Hierdoor is er een minder zware energie in huis. Je hebt ook wat meer uitlaatkleppen, zoals iets gezelligs doen of op stap gaan.
‘Social battery’
Ik merk pas de laatste tijd, nu de roes weer een beetje voorbij is, hoeveel het met me heeft gedaan. Ik heb eindelijk weer een beetje ademruimte, zo voelt het. Ik voel me zo vaak alleen, echt somber. Eerst wilde ik altijd met van alles meedoen, een festivalletje of een feest. Nu ben ik daar even en dan is mijn ‘social battery’ al snel weer leeg. Ik was eerst helemaal niet zo. Ik ben het niet meer gewend om onder mensen te zijn. Ik ben super snel moe van alle kleine dingen die ik moet doen. Ook al heb je maar één schooldag gehad, je bent gewoon super moe want je bent het niet gewend. Je bent zo hard bezig om die discipline weer terug te krijgen. Dat kost zoveel moeite dat je niet meer normaal je jongerenleven kan leiden eigenlijk.
Hulp
Ik ben niet iemand die snel hulp vraagt uit mezelf. Ik weet dat als ik er om had gevraagd ik het wel had gekregen. Ik heb het vooral zelf gedaan. Ik had altijd al één op één gesprekken met iemand maar dat ging niet over corona. Tijdens corona hadden we de gesprekken op anderhalve meter van elkaar. Yoga was soms wel online af en toe, maar dat was wel fijn dat je dat gewoon vanuit je huis kon doen. Maar het is een wereld van verschil van als je gewoon met elkaar bent. Als ik nu mijn één op één gesprekken heb kan ik wat opener zijn over dat ik me alleen voel, dat ik dingen wil doen of ik heb geen motivatie. Mijn moeder zei: “ineens word je weer het leven in geslingerd en dan wordt er van je verwacht dat je de dingen doet zoals je ze deed, maar dat ben je gewoon niet meer gewend. Dat kan je jezelf dus ook niet kwalijk nemen”. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.
Ik heb er wel weer vertrouwen in
Ik zie nog niet zo heel veel mensen. Ik kom nog niet op zoveel plekken. De plekken moeten ook weer een beetje opbloeien en zichzelf van de grond rapen. Want er is wel een pandemie geweest. Ik heb er wel weer vertrouwen in. Ik ben nog super jong, ik ben pas 18 geworden en heb nog alle tijd. Ik heb het wel een beetje kunnen omdraaien, meer kijken naar de dingen die je wel kan doen in plaats van naar de dingen die je niet hebt kunnen doen. Mentaal is het wel super zwaar. Ik voel het eigenlijk pas echt nu de dingen weer een beetje open gaan. Je komt weer een beetje bij, dus je ziet dingen weer wat helderder.
Stel corona komt terug, waar moet rekening mee worden gehouden bij het opstellen van maatregelen?
Dat er een manier komt waarop alle studenten gewoon naar school kunnen gaan. Stel je voor, je hebt geen buurthuis in de buurt, geen hobby of vrienden. Als kind zijnde ga je nog steeds naar een plek waar mensen zijn. Je hebt interactie en bent sociaal bezig, zonder dat je het doorhebt misschien maar je moet met mensen praten want je praat met je docenten en je klasgenoten. Dat is dan nog de enige plek waar je nog mensen kan zien en spreken. Je staat daar allemaal hetzelfde in, je wilt een goed cijfer halen en het schooljaar halen. Al is het doordat de klas doormidden wordt gesplitst, halve dagen. In iedere geval 2 uur per dag, zodat je sowieso mensen fysiek zien. Sommigen hebben een lastige thuissituatie, voelen zich alleen of hebben moeite met rekenen. Online contact is geen vervanging voor fysiek contact. Fysiek contact is fijn want je voelt elkaars vibes en je ziet waar iemand mee zit. Je kan goed met elkaar praten, er is geen telefoon die vast kan lopen tussendoor.
Mensen moeten stoppen met zich keren tegen de overheid
Mensen moeten ook gewoon een beetje normaal doen over vaccinaties. Ik heb er zelf twee gehad, de booster hoefde van mij niet per sé want ik vind dit wel genoeg. Het is goed dat het gratis gegeven kan worden. Mensen moeten stoppen met zich keren tegen de overheid alleen omdat je je verveeld en aandacht nodig hebt. Dat is mijn mening. Neem gewoon het vaccin en bescherm je opa en oma. We deden zo moeilijk. Ik ben blij dat ik in verleden tijd kan praten nu.
Adviesgroep
Ik was betrokken bij een ander project van Stichting Alexander toen ze me vroegen of ik mee wilde doen met de adviesgroep. Ik wilde graag meedoen omdat corona niet makkelijk is geweest voor mij en ik weet dat het voor veel jongeren niet makkelijk is geweest. Daarnaast helpt dit niet alleen de onderzoekers maar het helpt mezelf ook om te vertellen hoe ontzettend vervelend het soms was. In de adviesgroep zag je ook andere jongeren die tegen dingen aanliepen tijdens corona.
Wat ik me nog goed herinner is dat we in twee groepen uitéén gingen. De ene groep van basisschoolleeftijd en de andere groep op middelbare schoolleeftijd. Ik vond het interessant om te horen hoe de jonge kinderen de pandemie ervaarden. Ik vond het wel heel interessant om van hun te leren, want ik praat eigenlijk nooit met kinderen van die leeftijd.
Ik heb tijdens de adviesgroep geleerd dat iedere leeftijdsgroep wel echt last had van de pandemie. Voor de jongere kinderen was het ‘ik kan niet naar huiswerkklas’. Voor hen is dit misschien het moment om vrienden te maken. Wat voor hen huiswerkklas was, was voor mij dansen. Iedereen zit in het zelfde schuitje.
Daarnaast was het fijn dat er een plek was dat er naar je werd geluisterd over iets wat heel groot is. We praten wel over corona zelf, maar niet over wat daar achter zit en wat er gebeurt met je.